In mijn ogen behoren sociale media tot de mooiste dingen die internet heeft voortgebracht. Ze zijn een middel om me te uiten, dingen te delen, maar ook om me te laten inspireren, informatie te zoeken. Verwonderen, lachen, ergeren: eigenlijk net als real life contact. Maar dan zoveel makkelijker.
En juist omdat het zo makkelijk en laagdrempelig is en je vaak leuke reacties krijgt, is het ook verslavend. Je bent altijd weer benieuwd wie er zal reageren en hoe, hoeveel likes je krijgt, hoeveel retweets en bent stiekem een beetje teleurgesteld als die uitblijven.
Een vervelend mechanisme.
Zeker met mijn telefoon heb ik de neiging om meerdere malen per dag (soms zelfs elk uur) een rondje langs alle sociale media te gaan om te zien of er wat gebeurt. En dat zijn er nogal wat: Facebook, Twitter, Google+, Path, App.net, LinkedIn… En dichter bij huis ook Whatsapp.
Het was zoveel geworden – en het wordt alleen maar meer – dat ik begon te merken dat het een steeds belangrijker deel van mijn tijdsbesteding begon te worden. Zeker nu ik thuis werk, mis ik het contact met collega’s en wordt het toch een beetje een substituut.
Tegelijkertijd houdt het me van mijn werk en is het vermoeiend, wat er komt behalve veel leuks en interessants ook veel negatiefs op je af: geklaag, kritiek, opschepperij…
Maar ik kon me niet bedwingen, ik keek toch steeds weer. Kortom: ik was verslaafd.
Toen ik de oproep van Heleen van Lier zag, dacht ik ook in eerste instantie: no way, dat gaat me echt niet lukken. Om me even later te realiseren dat juist dit een ernstig teken aan de wand was. Waarom zou het me eigenlijk niet lukken? Was het dan echt sterker dan ik? En zo ja: was dat niet zorgwekkend, moest ik niet aan mezelf bewijzen dat ik de sterkste was?
En zo is het dus gekomen dat ik meedeed aan de social media retraite van een week. Hier lees je het hele artikel in de Volkskrant en hieronder mijn persoonlijke verslag:
Vrijdag
Het valt me zwaar. Ik heb een continue aandrang om te twitteren bij opvallende gebeurtenissen.
Ook heb ik steeds het gevoel dat ik iets niet mag. Om minder in de verleiding te komen staat mijn mobiel offline.
Ik voel me afgesloten, alsof de wereld doorgaat en ik achter een muur zit.
Een diepe stilte. Overvallen door twijfel of ik niet de enige ben die dit doet. Dat de rest het al heeft opgegeven.
Enige geruststelling: ik mag nog wel online en mailen. Lastig is dan wel weer het rode cijfertje dat aangeeft hoeveel berichten er op Google+ zijn. Ik werk immers in Google docs en kan dat moeilijk uitschakelen.
Zaterdag
Direct na het opstaan pak ik mijn mobiel en vraag me vervolgens af wat ik er eigenlijk mee moet. Twijfel om whatsapp aan te zetten. Stel dat er iets belangrijks is? Om me direct te realiseren dat het nooit echt iets belangrijks kan zijn. Dan belt men wel, toch?
Verveling.
Het gevoel dat er een leuke borrel is waar jij niet bij bent.
Enorme nieuwsgierigheid en de twijfel die toeslaat: waarom doe ik dit eigenlijk?
Zondag
Ik realiseer me nu dat ik zonder e-mail helemaal verloren zou zijn.
Achter mijn pc heb ik een sterke aandrang om op Facebook of Twitter te klikken. Ik hou me in.
Wel even stiekem bij LinkedIn gekeken of er iets belangrijks was. Onzin natuurlijk.
Aardig detail: de batterij van mijn mobiel houdt het zo dagenlang vol.
Maandag
Vandaag gaat het redelijk goed. Wel moest ik mijn telefoon online zetten om Parkline te kunnen gebruiken. Dat voelde raar. Toch even whatsapp aangezet om te zien of ik wat had gemist. Voelt als smokkelen. Men ziet het ook: ‘Hee, zou jij niet offline zijn…?’ Betrapt.
De aandrang tot twitteren blijft sterk.
Dinsdag
Een kleine doorbraak: het begint te wennen. Het kost eigenlijk steeds minder moeite om niet te kijken en het is eigenlijk wel relaxed. Alsof die drukke borrel nu heel ver weg is in plaats van vlak achter de muur waar jij je bevindt.
Toch stiekem geklikt op Facebook. Was niet handig. De rode buttons werken als een lap op een stier. Maar ik hou me in en lees niks.
Woensdag
Even snel een woord in mijn Twitterbio aangepast. Kon het niet laten. Alsof die twee dagen wat uitmaakt, maar goed. Verder niets bekeken. Kostte even moeite, maar het einde is in zicht. Dat scheelt.
Wat ik vooral mis: de aandacht, de reacties. Wat ik juist niet mis: de opschepperij en de negativiteit.
Donderdag
Ik kijk ernaar uit om alle reacties te lezen. Misschien valt het tegen, maar ik wil het gewoon weten. Ik wil weer meedoen. Lastig is bijvoorbeeld ook dat je mensen niet even snel kunt opzoeken op Twitter of LinkedIn, merk dat ik dat vaak doe.
Moet wel zeggen dat de meeste van mijn vrienden niet superactief zijn op sociale media, dus dat scheelt een hoop. Het is grotendeels zakelijk. Maar toch. Behalve Whatsapp dan, ik mis de groepchats.
Vrijdag
Wachten tot het 12 uur is en de verlossing komt. De tijd gaat langzaam. Ik vermoed dat er teleurstelling zal zijn als ik weer online ben. ‘Jongens, ik ben er weer!’ Om dan geen enkele of een sporadische ‘hoezo, was je weg dan?’ terug te krijgen…. Maar toch: het hoort er gewoon bij, met alle nadelen van dien. Wel neem ik me voor om te socialminderen. Uiteindelijk geeft het meer rust en ruimte voor je eigen ideeën. De invloed van buitenaf is soms goed, maar soms ook niet. Het plan is dus om het gebruik terug te schroeven. Benieuwd of dat lukt…
Hier vind je het complete verslag in de Volkskrant.